Door de desbetreffende woorden en zinnen te oefenen, leren de leerlingen zeggen wat ze het liefst dragen. Het uitgangspunt is het lesplan, waar je uitgelegd vindt hoe je met video, prentenboek flitskaarten, oefeningen, dialogen en werkbladen kunt werken.
De vakantie is voorbij, Elena gaat weer naar school en heeft nieuwe kleren nodig. Ze gaat met mama en zus Sophie naar de kledingzaak. Ze kopen ook wat spullen voor school.
|
![]() |